Australië, dag 24-79, deel 3 - Reisverslag uit Mansfield, Australië van Kim Loo - WaarBenJij.nu Australië, dag 24-79, deel 3 - Reisverslag uit Mansfield, Australië van Kim Loo - WaarBenJij.nu

Australië, dag 24-79, deel 3

Door: Kim

Blijf op de hoogte en volg Kim

27 Februari 2016 | Australië, Mansfield

De volgende dieren op de route waren de wallaby's. We hadden agile wallaby's en swamp wallaby's. De swampies kregen eerst. In het begin bleven ze ver uit mijn buurt, maar na een tijdje was er eentje dapper genoeg om naar mij toe te komen. Ik besloot een appel aan te bieden en die pakte hij aan en voortaan was dat onze routine. Ik kwam de wei in en hij pakte de appel. Eerst sprong hij dan weg, later bleef hij daar staan. Vaak stond hij al bij het hek te snuffelen als ik aan kwam lopen. Een andere durfde later ook soms de appel aan te pakken. Hij sprong weg en de derde besloot het risico niet te lopen en pakte de appel van de tweede af.

De agile's waren met meer. Deze durfden geen appel uit mijn hand te pakken, maar wachtten meestal wel bij een van hun voerbakken. Een van de wallaby's had een kleine joey in haar buidel, maar in de loop van de tijd werd hij steeds groter en hij zat meestal helemaal opgevouwen in de buidel. Na een maand ofzo was hij eindelijk uit de buidel, maar zodra ik de wei in kwam schoot hij weer in de buidel. Een dag probeerde hij telkens de buidel bij een van de mannetjes te vinden, wat dus niet zo succesvol was. Later hopte hij gewoon rond en hij was vaak de enige die niet weg sprong van de voerbak als ik hem kwam vullen.

Na de wallaby's kregen de cavia's voer. Dit waren de grasmaaiers voor de safety barrier bij de leeuwen. Regelmatig kregen ze gewoon een doos met slamix, dus dat was makkelijk. Ze doken altijd weg, maar als ik met het voer rammelde kwamen ze toch wel te tevoorschijn. Vlakbij waren de Rusaherten. Deze kregen brood. Ze waren vrij rustig en de mannetjes hadden de geweien nog in het fluweel zitten, dus ze konden de vrouwtjes ook niet echt wegjagen, al probeerde het oudste mannetje wel het brood van de andere af te pakken.

Vervolgens was Matthew, de alpaca, aan de beurt samen met de struisvogel. Matthew is een witte alpaca met blauwe ogen en meestal zijn die doof. Matthew dus ook. Ik weet niet of dat de reden voor al die rare geluiden was, maar hij klonk erg verontwaardigd. Als hij en de struisvogel eten kregen, maakte hij nog meer geluid. In het begin was dat alles, maar na een tijdje begon hij op de struisvogel te spugen, zoals Dave al had gezegd. Als de struisvogel begon te eten, spuugde Matthew op hem, of hij nou net een hap had genomen of niet. Meestal spuugde hij de struisvogel vol met ponymix, maar het was tenminste niet veel spuug. De struisvogel dacht echt: boeie, ik zit hier met een idioot. En na een tijdje stopte Matthew wel en at hij gewoon.

In het begin was de volgende stop de eenden, maar ik merkte dat de dikke herten mij begonnen te volgen en dan gewoon het eten van de eenden opaten. Ik begon dus maar extra voer te strooien. De herten waren daarmee voldoende afgeleid, tenzij ze toevallig in de buurt van de eenden waren, en de kangoeroes in de zoo hadden ook wat extra voer. De eenden kwamen vaak al het pad opgelopen als ik aan kwam rijden, dus ik moest uitkijken dat ik er niet een onder de buggy kreeg. Als de eenden voer hadden, moest ik snel wat brood naar het eiland gooien waar een haan zat. Dat was niet altijd makkelijk, vooral als het brood niet zwaar genoeg was. En soms was de haan een beetje stom en liet hij het wegdrijven. Soms was hij ook zo slim om het brood op het eiland te sleuren. Daarna moest ik snel het brood voor de eenden gooien, want anders pakten ze het brood van de haan af. De laatste paar weken was er een extra moeilijkheid, de ganzen. Deze joegen de eenden weg van het voer en het brood. Ze waren alleen niet af te leiden, want ze waren totaal niet geïnteresseerd in het eten. Ze aten het niet eens. Het leek gewoon een spel om de eenden weg te jagen.

Terwijl ik bezig was met de eenden kon ik Noël en Monty, de resusaapjes al horen. Zij waren de volgende en zaten al bij het hek te wachten. Toen ik een keer hetzelfde geluid maakte, keken ze me heel verbaasd aan. Bij de deur kregen ze wat lekkers, zodat ik ze van hun binnenverblijf uit kon sluiten. Dit moest omdat resusapen zich ineens tegen je kunnen keren en ze hebben behoorlijk scherpe tanden. Ik wist de hele tijd niet wie wie was, maar uiteindelijk wist ik dat Monty een kleinder hoofd had en dat Noël de baas was. Als ze hun hapje hadden, ging ik hun binnenverblijf in. Als ze hun hapje lekker vonden, stonden ze vaak aan het deurtje te rammelen. In het binnenverblijf was een soort kooi. Daar legde ik slabladeren op en daarop kwam de rest van het eten en ik legde wat stukjes overal door het hok, zodat ze wat te zoeken hadden.

Daarna liep ik door naar het binnenverblijf van Ziggy en Addie. Addie was ook een resusaap, maar dan een oude, dikke dame. Als ik binnen kwam, ging ze weg, maar daarna joeg ze Ziggy weg van het eten en vaak zat ze gekke bekken te maken naar bezoekers. Ziggy zat meestal al te wachten bij de plek waar hij eten kreeg of hij kwam aan lopen. Ziggy is een bonnet makaak en z'n haar ziet er altijd heel netjes gekamd uit. Hij houdt van sla en trekt dat onder al het voer uit waardoor het op de grond valt. Ook hij houdt van eieren. Een keer had ik eieren voor hem en Addie en hij pakte ze gewoon allebei en propte ze in zijn wangen. Dat deed hij met het meeste van zijn eten.

Als ik weer naar buiten liep stonden Noël en Monty vaak gekke bekken te trekken. Dat was volgens mij om te kijken of ze mij weg konden jagen. Het grootste deel van mijn tijd in de zoo zaten er ook cavia's in de safery barrier hier, dus die kregen dan ook voer. Daarna waren Rosy en Lilly aan de beurt. Zij waren Sambaherten. Rosy was met de fles opgevoed, maar omdat ze zo groot was, kon ze niet in de zoo rond lopen. Lilly was niet met de fles opgevoed en zij was heel schuw. Ze kregen beide brood, maar Rosy kwam naar het hek en Lilly bleef meestal stokstil staan bij hun shelter, vooral als er al bezoekers waren. Ik moest het brood zover mogelijk over het hek gooien en hopen dat Lilly ging bewegen. Meestal was het resultaat dat Rosy een heel brood at en er was dus ook een duidelijk verschil tussen de twee.

De laatste stop waren de kalkoen, de kip en de ringnecks, gele en blauwe vogels. Onderweg daar naartoe moest ik altijd uitkijken voor de guinea fowl, die zelfmoordneigingen had en altijd voor de buggy liep. Ik had altijd het idee dat hij een beetje werd vergeten, dus gaf ik hem meestal wat voer. In het begin was het oké om de volière in te lopen, maar de kalkoen werd steeds opdringeriger en rende helemaal mee als ik door de volière liep. Uiteindelijk gooide ik maar snel een tomaat of stuk nectarine naar binnen, zodat hij was afgeleid. Ook dat was op een gegeven moment niet interessant genoeg meer en hij begon echt naar mij op te springen om voer te krijgen. Een keer heb ik hem verschillende malen met de emmer moeten slaan. Sam lachte er eerst om, maar uiteindelijk deed de kalkoen precies hetzelfde bij hem.

Op woensdag en zondag waren er wat extra dieren om te voeren en verschoonde ik het water van alle dieren. Helemaal in het begin waren er drie vogels, waaronder een corella. Eentje was een beetje verlegen, maar hij klom wel rond in zij kooi, dus ik was altijd blij met mijn hoedje, zodat hij in ieder geval niet in mijn hoofd kon bijten. In de andere kooi zaten twee vogels. Eentje zou moeten bijten en hij kwam in ieder geval naar je toe. Als je hem dan brood gaf, was hij tevreden. Ik was dus een beetje bezorgd toen hij geen brood meer kreeg omdat we zuiniger aan moesten doen met het brood. Soms als ik in het huis was, hoorde ik een van de vogels brabbelen. Ik wist alleen niet welke. Vaak had Ik hier last van de pauwvogel, die los rond liep. Hij sprong vaak op de buggy om uit alle emmers te eten. Een keer wilde ik hem wegjagen, maar hij bleef gewoon rondjes om de buggy lopen. Ik dacht: ik ga hier niet achter een pauw aan rennen, dus heb ik het maar zo gelaten zo lang hij maar niet uit de emmertjes at.

De volgende waren de kakatoes. Eentje beet en de ander was ooit van iemands opa geweest, dus die was tam. Ik wist alleen het verschil niet, dus aaide ik er geeneen. Blijkbaar dopen vogels hun brood graag in het water, zoals de Britten met hun biscuit en thee, want ook deze deden dat. En omdat ik niet wist welke vogel beet, moest ik ze dus snel water geven nadat ik ze wat brood had gegeven. De tamme kakatoe kon praten en hij zij veel 'hallo', dus zei ik dat maar terug. Soms voerde hij ook hele gesprekken, die ik niet kon verstaan. Een keer was ik tegen de avond in de zoo en ik dacht dat ik iemand hoorde praten. Ik vroeg me al af wie dat kon zijn, bleek het de kakatoe te zijn.

Helemaal aan het einde hadden we nog de blue tong lizard en de schildpadden. Die kregen hondenkoekjes en sla of druiven. Veel aten ze niet, want meestal bleef het er dagen liggen. De schildpadden waren soms te zien, al heeft Bronwen er na een tijdje een uitgevist, omdat ie al dagen dood in het vijvertje lag. De blue tongs heb ik nooit gezien, behalve toen Dave er een had gevangen en in het hok had gestopt. Ik weet ook niet zeker of een van de pauwvogels de koekjes en druiven opat als ik weg liep, want regelmatig zat hij al op de rand van het hok voordat ik weg liep.

Dat was het voeren in de ochtend. Hierna ging ik vaak wat drinken en even pauze houden. Volgende keer het vervolg van een dag in de zoo.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Mansfield

Een taalreis met Activity International

Recente Reisverslagen:

28 Januari 2017

Nieuw-Zeeland, dag 86-87

27 Januari 2017

Nieuw-Zeeland, dag 85

26 Januari 2017

Nieuw-Zeeland, dag 84

25 Januari 2017

Nieuw-Zeeland, dag 83

24 Januari 2017

Nieuw-Zeeland, dag 82
Kim

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 100
Totaal aantal bezoekers 39405

Voorgaande reizen:

16 Februari 2002 - 15 Januari 1970

Een taalreis met Activity International

Landen bezocht: